1. De verkoop geschiedt bij opbod en vervolgens bij afmijning voor de rechtercommissaris met inachtneming van de veilingvoorwaarden zoals hiervan door de beslaglegger is kennisgegeven of zoals deze door de rechter-commissaris op verzoek van een belanghebbende nader zijn bepaald, en overigens op de door de rechtercommissaris na raadpleging van de executant te bepalen wijze.
2. De rechtercommissaris beslist over de toewijzing. Toewijzing vindt niet plaats, indien niet alle vorderingen die op de door de rechtercommissaris vastgestelde lijst voorkomen als bevoorrecht boven de vordering van degene op wiens verzoek de verkoop geschiedt, uit de opbrengst worden voldaan of door de koper te zijnen laste worden genomen.
3. In een geval als bedoeld in lid 2, blijven de kosten van uitwinning ten laste van degene op wiens verzoek de verkoop geschiedt.