Categories

    Recent Posts

    No Posts Found!

    Tags

      Artikel 176a

      1. Het verzoek wordt gedaan aan de rechter bij wie het geding aanhangig is of, indien het niet aanhangig is, aan de rechter die vermoedelijk bevoegd zal zijn daarvan kennis te nemen. De rechter beoordeelt summierlijk of hij absoluut bevoegd is.
      2. Het verzoekschrift houdt in:
      a. de aard en het beloop van de rechtsvordering;
      b. de punten waaromtrent het oordeel van de deskundigen wordt gevraagd, of de plaats of de zaak die in ogenschouw moet worden genomen;
      c. de naam en de woonplaats van de wederpartij of de redenen waarom de wederpartij onbekend is.
      3. Tenzij de wederpartij onbekend is en behoudens gevallen van onverwijlde spoed, wordt op het verzoekschrift niet eerder beschikt dan nadat een behandeling heeft plaatsgevonden, waartoe de verzoeker en de wederpartij worden opgeroepen.