1. Tot de aangifte van een overlijden is bevoegd degene die daarvan uit eigen wetenschap
kennis draagt.
2. Binnen de in de wetgeving inzake de lijkbezorging gestelde termijn voor de begraving of
verbranding, kan door de Districtscommissaris binnen wiens rechtsgebied de akte van
overlijden worden opgemaakt.
3. In de gevallen, bedoeld in artikel 19f leden 2 en 3, geschiedt de aangifte schriftelijk
door de officier van justitie of hulpofficier van justitie.
4. De aangiften van overlijden geschieden in Paramaribo binnen vier en twintig uren en in
de overige distrikten binnen zeven dagen na het overlijden. Zondagen en daarmee
gelijkgestelde dagen zijn daarin niet begrepen.
5. Na de in lid 6 genoemde termijnen kan de aangifte slechts geschieden met machtiging van
de persoon die in de lijkbezorging voorziet.
6. Wanneer tot de aangifte bevoegde personen ontbreken of nalaten binnen de in de
wetgeving inzake de lijkbezorging gestelde termijn voor de begraving of verbranding de
aangifte te doen, geschiedt deze door of vanwege de Districtscommissaris.