Categories

    Recent Posts

    No Posts Found!

    Tags

      Artikel 9a

      1. Een ieder die de Surinaamse nationaliteit bezit en in Suriname zijn woonplaats heeft,
      is voor zover die niet reeds van een geslachtsnaam dan wel van een voornaam of voornamen
      voorzien is, verplicht zich zodanige namen te kiezen onder goedkeuring van de Directeur
      van Binnenlandse Zaken.
      2. De Directeur van Binnenlandse Zaken geeft aan een ieder die zodanige namen heeft
      gekozen, als bedoeld in lid 1, een door deze gedagtekend en gewaarmerkt boekje, waarin
      vermeld staan:
      a. de oude namen;
      b. de gekozen namen;
      c. de namen van de ouders, en
      d. de in leven zijnde afstammelingen.
      3. Degene die zodanige namen heeft gekozen vertoont het boekje, als bedoeld in lid 2, aan
      de ambtenaar van de burgerlijke stand van zijn woonplaats die het voor gezien tekent.
      4. Indien de betrokkene in de registers van de burgerlijke stand reeds genoemd staat,
      wordt een latere vermelding bij de betrekkelijke akte aangetekend, dat deze sedert de
      datum waarop het boekje, bedoeld in lid 2, is gedagtekend de zodanige gekozen namen
      draagt.
      5. In de registers van de burgerlijke stand worden bij voorkomende gevallen uitsluitend de
      zodanige gekozen namen vermeld.
      6. Personen die vóór hun stamouder een geslachtsnaam en voornaam of voornamen hebben
      gekozen en van wie achteraf blijkt dat zij daarna vanwege hun afstamming rechtens een
      geslachtsnaam aan hun stamouder ontlenen en vanaf dien ten onrechte de door hun gekozen
      geslachtsnaam hebben gehanteerd, worden desgewenst toegestaan deze geslachtsnaam te
      behouden. Hiervan wordt een latere vermelding toegevoegd aan hun geboorteakte en de
      daarvoor in aanmerking komende akten van de burgerlijke stand.
      7. Personen van wie uit de bevolkingsadministratie is komen vast te staan dat hun
      geslachtsnaam het gevolg is van een verschrijving en die de door die verschrijving
      ontstane geslachtsnaam zijn blijven voeren, worden desgewenst toegestaan deze
      geslachtsnaam te behouden. Hiervan wordt overal in de akten van de burgerlijke stand, waar
      die verschrijving in de geslachtsnaam tot uitdrukking komt, melding gemaakt.
      8. De Directeur van Binnenlandse Zaken houdt van het bepaalde in lid 2 een Register van
      Naamsaanneming bij, en stelt terstond de ambtenaar van de burgerlijke stand van het bureau
      voor burgerzaken waar betrokkene staat ingeschreven schriftelijk in kennis van elke
      zodanige gekozen namen.