1. Is een van de ouders voorafgaand aan het tijdstip waarop de naamskeuze uiterlijk moet
zijn gedaan overleden en is de naamskeuze niet gedaan, dan kan de andere ouder de
verklaring van naamskeuze afleggen.
2. Hetzelfde geldt indien een van de ouders niet in staat kan worden geacht tot een
redelijke waardering van zijn belangen terzake; bij geschil daarover is artikel 5b van
overeenkomstige toepassing.
3. Ook bij afwezigheid van een ouder is artikel 5b van overeenkomstige toepassing.